Rejection Sensitivity “Wat zeg je? Wat is dat?”
Veel hoogsensitieve personen hebben rejection sensitivity oftewel afwijzingsgevoeligheid ontwikkeld. Het is geen kenmerk van hoogsensitiviteit, maar het hoogsensitieve brein versterkt het wel. Het is de angst om niet oké gevonden te worden, er niet bij te horen, niet goed genoeg te zijn. Te falen of door de mand te vallen. Deze gevoeligheid voor afwijzing kan je leven behoorlijk beïnvloeden.
Prof. Elke van Hoof heeft Rejection Sensitivity in haar boek Hoogsensitief hernieuwde aandacht gegeven in relatie tot hoogsensitiviteit. Rejection Sensitivity betekent dat continu alarmbellen afgaan bij twee triggers:
- Als je de perceptie, de gedachten of het gevoel krijgt dat je er niet bij hoort, niet gewaardeerd wordt, niet aardig wordt gevonden of anders bent. Kortom de angst dat je niet ok bent.
- Een andere trigger is de perceptie van falen, door de mand vallen (impostersyndroom), tekortschieten en niet voldoen aan de verwachtingen. Kortom de angst dat je het niet goed doet als kind, werknemer, collega, partner, ouder of vriend(in).
In een gezonde situatie kan je onderscheid maken tussen je beleving en de feitelijke signalen die je krijgt. Bij rejection sensitivity gaat dit niet. Je interpreteert mentaal de signalen als ‘afwijzing’. Fysiek gezien is je zenuwstelsel in een verhoogde staat van paraatheid en is je stress-systeem continu waakzaam en hyperalert op mogelijke afwijzing.”
Op deze manier stem je je onbewust de hele tijd af op de ander. Je saboteert je eigen geluk. Jouw geluk is dan afhankelijk van de ander.